Ecologisch bermbeheer

De gemeente Menterwolde gaf vorig jaar in een advertentie in de Tussenklappen te kennen het bermonderhoud (veldwegen) uit handen te willen geven aan liefhebbers, bijv. voor hooiwinning voor paardenmanege. Ik heb de gemeente  enthousiast gekregen voor een alternatief, namelijk natuurvriendelijk bermbeheer als verlengstuk van agrarisch natuurbeheer. Binnenkort wordt een contract afgesloten tussen een inmiddels opgericht werkgroepje “Boerenbuitengebied” (BBG) en de gemeente.
Na informatie ingewonnen te hebben is dit ‘ecologisch bermbeheer’ gaan heten. Dit betekent dat het vergrassen wordt tegen gegaan door verschraling. De bermen worden gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. De linker- en rechterberm worden niet tegelijkertijd gemaaid (eerste jaren maximaal 3 keer) zodat er altijd iets voor de bijen bloeit. Dat is ook gunstiger voor de vestiging van vrijkomende za-den van de ene naar de andere berm. Het berm-maaisel wordt door een loonwerker opgeraapt en gratis opgehaald door de gemeente voor verbruik in een biovergister. 
 
Verschraling
Het idee achter verschraling  is  dat inheemse planten, zowel kruiden als bloemen de ruimte krijgen om zich in de verschraalde, open bodem te ontwikkelen. Vervolgens zullen dergelijke bermen allerlei soorten insecten aantrekken, van wilde bijen en vlinders tot nuttige insecten, zoals lieveheersbeestjes, gaas- en sluipwespen, diverse zweefvliegen en ook spinnen. Hiermee kunnen we de zogenoemde functionele agrobiodiversiteit (FAB) realiseren. Ook vogels als patrijs, veldleeuwerik, graspieper, kneu en putter profiteren van dit ecologisch bermbeheer. Ze kunnen dekking vinden in deze ruigte en ze hebben voedsel in de vorm van de insecten en zaden. Ook in de winter hebben ze dan nog voldoende voedsel.
 
Natuurlijke weerbaarheid vergroten
Akker- en bloemenranden, struweel, natuurvriendelijke overhoekjes en taluds, aangevuld met bermen zijn kleinschalige elementen in een grootschalig akkergebied, die tezamen de natuurlijke weerbaarheid (‘FAB-kracht’) vergroten tegen insectenplagen (luizen) in akkergewassen. De strookjes ruigte (10%) blijven de hele winter staan en geven daardoor aan veel soorten insecten de kans  de ‘ei-larve-pop-stadia’ te doorlopen. Besparing op het gebruik van insecticiden levert een klein financieel voordeel op, maar een groot ecologisch voordeel. Ik hoop dat het resultaat van dit agrarisch natuurbeheer, inclusief ecologisch bermbeheer is dat er meer insecten rond de akkers komen. Dit is van levensbelang voor de patrijzenkuikens in de eerste twee weken van hun leven. Ook diverse andere akkervogels, die op de ‘rode lijst’ en aan de top van het ‘akkervoedselweb’ staan, gedijen van een grote insectenrijkdom. 
 
Werkgroep Boerenbuitengebied
De werkgroep Boerenbuitengebied bestaat uit een groepje vrijwilligers die als doel heeft de biodiversiteit in het omliggende akkerlandschap te vergroten. Dit betekent dat we proberen de natuur rond en langs de akkers gevarieerder te maken; meer variatie in bloemen, kruiden en struiken, meer variatie in insecten, vlinders en vogels en wellicht minder gebruik van insecticiden. En een lust voor het oog van mensen. Dit gaat allemaal niet vanzelf, we kunnen nog wel meer handen gebruiken om te maaien, te snoeien en te inventariseren.
 
Heeft u belangstelling? 
Meld u dan bij Peter Harry Mulder:  p.h.mulder@ziggo.nl
Meer weten over agrarisch natuurbeheer? Google dan op Boerderij Kloosterplaats
 
P.H. Mulder, akkerbouwer
Namens de werkgroep 
Boerenbuitengebied

Reacties

Wat een fantastisch idee is dit! Je wordt er toch echt vrolijk van! Eindelijk een keer iemand die actie onderneemt en daarmee de goede kant opgaat.

Dit is des te belangrijker als de gemeente zelf dit jaar haar ecologische manier van onkruidbestrijding heeft opgegeven. In 2015 zijn om de zoveel weken ploegen rondgereden die met een of ander heel erg giftig spul alle onkruid probeerden te verwijderen.
Dit is sowieso al niet leuk. Maar het is bovendien alleen maar voor enkele dagen pseudo-effectief. Het groen zag er ook veel minder verzorgd uit dan dan voorafgaande jaren, mede door al de gele rommel i.e. doodgaande plantjes, die na zo'n rondrit met vergif overblijven. En uiteraard door de kort daarna versterkt opnieuw opkomende wilde plantjes.

Tot en met 2014 waren er nog verschillende WEDEKA-medewerkers onderweg om regelmatig met harken en schoffels onkruid te verwijderen. Je had een soort vaste medewerkers, die elk een vast gebied met grote toewijding schoonhielden. Dit is effectief en nog goed voor het milieu ook. We waren dan ook heel erg dankbaar ervoor. - Helaas, dit is verleden tijd. WEDEKA mag op de oude manier niet voortbestaan, aanbesteding is altijd vele male duurder omdat particulieren met hun bedrijven winst willen boeken, en zo kan uiteindelijk minder werk voor hetzelfde geld worden verricht.

Hulde daarom aan de mensen, die deze werkgroep voor ecologisch bermbeheer hebben opgericht!

Reactie toevoegen