Het spel en de (begrotings) knikkers*

Ingezonden: Tijdens de raadsvergadering van 9 oktober werd door wethouder Ploeger in de presentatie van de stand van zaken rond het centrum van Zuidbroek een sheet gepresenteerd met daarop de kapitaalslasten van het dorpshuis De Broeckhof. Een aantal van de aanwezigen verbaasde zich over de hoogte van dat bedrag. In 2006 was dat  ruim € 44.000,--, in 2007 € 41.000,--. Kapitaalslasten zijn de som van rente en afschrijvingen. Met name de mensen die daar zaten met in het achterhoofd de vergadering in diezelfde Broeckhof waar het bestuur nog eens had toegelicht hoe de Broeckhof ontstaan is. In die vergadering werd toen toegelicht dat om de benodigde subsidies te verkrijgen  de Broeckhof  indertijd voor 1 gulden was verkocht aan de gemeente. De vraag die toen opkwam was hoe die ene gulden indertijd nu voor een kapitaalslast van rond de € 40.000,-- kon zorgen. Voor een antwoord op die vraag moeten we even terug in de historie. In 1985 werd in Comptabiliteitswet via de Gemeentelijke Comptabiliteits Voorschriften bepaald dat gemeenten ten aanzien van hun boekhouding een meer bedrijfseconomische koers moesten gaan varen. Dit betekende dat ze moesten overstappen van een Kas stelsel naar een stelsel van Baten en Lasten.  In het kort komt het er onder andere op neer dat een investering niet als uitgave in het jaar van het doen van de uitgave wordt opgenomen maar dat de kapitaalslasten (rente en afschrijving) tenminste worden opgenomen zolang de investering nut heeft.  In de jaren daarna is steeds middels de Comptabiliteits wet geschaafd aan dit stelsel tot in 2003 in het kader van de dualisering er ineens het besluit Begrotingen en Verantwoording lag. (In de ambtelijke stukken de BBV genoemd) In deze periode komt ook een discussie op gang tussen de landelijke overheid en de gemeentes  aan de ene kant en de grotere accoutantskantoren aan de andere kant als het gaat over de interpretatie van allerlei zaken zoals bijvoorbeeld hoe worden Investeringen in de boekhouding opgenomen in relatie tot wat het burgerlijk wetboek hierover zegt. Het komt erop neer dat volgens het Burgerlijk Wetboek de Bruto Waardering dient te worden toegepast, dat wil zoveel zeggen als dat de investering in de activa dient te worden opgenomen inclusief de bijdrage van derden (bijvoorbeeld middels subsidies e.d.) Deze bijdrage van derden dient als bestemmingsreserve te worden opgenomen.Uit de begrotingsperiode 2006 stamt het volgende overzicht: 

  Aanschaf-
waarde
Jaar Afschr.
Termijn
Aflossing Rente 
Bouw 314.666 1977 40 7866 4219
Uitbreiding 35.471 1997 30 1019 1722
Verv. Sportvloer 29.243 1997 20 863 1814
Verlichting 14.908 1997 10 1490 20
Brandveiligheid 13.808 2003 20 690 391

 Hier vallen een paar zaken op:Indertijd is de Broeckhof voor 2 miljoen gulden gebouwd en voor 1 gulden verkocht aan de gemeente. In het oude kasstelsel was dus 1 gulden opgenomen. Het is voor mij niet meer te achterhalen wanneer, maar de gemeente is conform de wetgeving overgestapt op het stelsel van Lasten en Baten en zal toen de Broeckhof  ook op de balans gezet hebben. Als dit in 1985 gebeurd is was het gebouw inmiddels 8 jaar oud. Het lijkt voor de hand te liggen dan die 2 miljoen over 40 jaar (50.000 per jaar) op te nemen voor ongeveer 1.600.000 gulden. (2.000.000 minus 8 jaar 50.000 afschrijving/jaar). Als je dit bedrag deelt door de koers van de Euro kom je niet op 314.666 uit. Waar de rentelast vandaan komt is al helemaal niet duidelijk, het slaat in ieder geval niet op die ene gulden. Ik neem even aan dat de toenmalige burgermeester die wel uit zijn eigen portemonnee betaald heeft.Tenslotte mist hier (en kan dus ook niet opvallen) het project De Broeckhof Toegankelijk en Multifunctioneel uit 2000 ( in guldens: 95.000 voor rekening van de gemeente, 150.000 voor rekening van de Stichting).  Met andere woorden, het lijkt bij nader inzien terecht dat een aantal mensen verbaasd was.  Nu de Broeckhof dus blijft staan lijkt het goed om de gemeentelijke boekhouding nog eens goed na te kijken. Dit plaatst tevens het aanbod van GroenLinks in de raadsvergadering in een curieus daglicht, de Broekhof op dit moment voor E 5 terugverkopen aan de stichting heeft nogal wat financiële consequenties voor de gemeente zelf. Terug naar de Begrotingsronde en het BBV. Het BBV zegt dat een begroting dient te worden opgesteld volgens de 3 W’s namelijk:1. wat willen we bereiken2. wat gaan we daarvoor doen3. wat mag het gaan kostenIn de begroting van ik meen 2005 was oorspronkelijk de vervanging van de ketel van de Broeckhof opgenomen. Deze is zeer oud, daarmee zeer onzuinig en regelmatig onderhevig aan storingen. Nadat dit investeringsvoorsel de begrotingsronde van 2005 niet overleefd had is er tot en met de nu voorliggende begroting van 2009 niets meer over vernomen. Nu iedereen zich zorgen begint te maken over het energieverbruik, de CO2 uitstoot ten gevolge daarvan en het feit dat straks de ijsberen gaan verdrinken is een ketel van een dorpshuis met een rendement vermoedelijk lager dan 50% (op basis van de leeftijd) niet meer van deze tijd.  Mevrouw Siertsema heeft in de Raadsvergadering  hier terecht een opmerking over gemaakt en heeft beloofd hierop in de behandeling terug te komen. Toch ook hier weer even wat dieper ingedoken en met name het Milieuverslag van de gemeente over 2006 bestudeerd (2007 kon ik niet vinden) Er zijn twee doelstellingen geformuleerd ten aanzien van energie:- Gelet op de afwezigheid van locale milieueffecten wordt geen prioriteit gegeven aan klimaatbeleid en klimaatprojecten- Vanwege kosten het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen blijven monitoren en zo nodig besparingsmaatregelen invoeren.  Voor een gemeente met een collegesamenstelling als de onze is de eerste doelstelling wel zeer cynisch, inderdaad we hebben in Menterwolde geen ijsbergen die zullen smelten. Waar staat bijvoorbeeld ”Groen” dan nog voor. In het milieuverslag wordt verslag gedaan van een monitorings programma dat 2 jaar gelopen heeft. De conclusie was: “Het verbruik van bijna alle gebouwen bleef binnen de gestelde norm. Bij 1 gebouw was het energieverbruik te hoog, maar deze school is inmiddels afgebroken”. Met het rendement van de oude ketel van de Broeckhof in het achterhoofd kan dit een paar dingen betekenen:- de gestelde norm deugt niet of- de Broeckhof is niet gemonitoord Deze investering verdient zich bij de huidige energieprijzen binnen 5 jaar terug waarbij het wel weer interessant wordt om te zien hoe je dat in de boekhouding zou kunnen onderbrengen, immers de Stichting en niet de gemeente betaalt de gasrekening en een te dure gasmeter en een te hoog vastrecht (ze worden als grootverbruiker aangemerkt.)Tenslotte, als we het er over eens zijn dat de gepresenteerde kapitaalslasten van de Broeckhof op z’n minst vragen oproepen dan kun je nog eens op een andere manier naar het begrotingsbeleid kijken. In het kader van het 4 kernenbeleid bijvoorbeeld over de periode 2005 tot en met de conceptbegroting voor 2009. Dan is als het gaat om investeringen in de dorpshuizen Meeden met ca. € 160.000 de top, een goede tweede is Muntendam met ca. € 145.000, Noordbroek doet ca. € 35.000 en Zuidbroek staat op 0.Wederom cynisch immers middels de manier van werken vanuit het verleden heeft dit ooit voor 1 gulden gekochte pand een aanzienlijke waarde op de balans en middels afschrijvingen ook voor een aanzienlijke bestemmingsreserve gezorgd. Met andere woorden naast de ketel ontbreekt in de investeringsplannen ook een nieuw dak tenzij dat laatste nog een jaar kan worden uitgesteld.  Als echter met het nieuwe dak ook de isolatiewaarde nog kan worden verhoogd dan is hier wederom subsidie op te verkrijgen en lijdt een en ander direct ook weer tot besparingen in de exploitatie. Of is dat het echte probleem, de besparingen zitten bij de stichting en niet bij de gemeente?  Wil Keesom * vrij naar de kolum van Frank Kalshoven in de zaterdagse Volkskrant.

Reacties

Mooie analyse, Wil.

Reactie toevoegen