Sinds de oogsttijd is begonnen rijdt landbouwverkeer af en aan over de provinciale wegen. De landbouwvoertuigen zorgen soms voor ergernis bij weggebruikers omdat ze vaak groot zijn en niet zo hard mogen rijden. Anderen voelen zich er wel eens onveilig door. De bestuurders van de trekkers en oogstmachines merken dat veel mensen niet goed voorbereid zijn op de grote voertuigen. Peter Wieringa, directeur van loonbedrijf Wieringa in Bedum, vertelt hoe loonwerkers het verkeer in de oogsttijd beleven.

Ging maar net goed
Peter Wieringa is samen met zo’n vijftig medewerkers in de oogsttijd veel op pad met grote machines. Denk aan hakselaars, zelfrijdende maaimachines en trekkers. Hij merkt dat andere weggebruikers zich nogal eens verkijken op de grootte van landbouwvoertuigen. “Niet alle automobilisten hebben er oog voor dat je met breed materiaal rijdt”, zegt Wieringa. “Dan willen ze toch inhalen op plekken waar dat eigen-lijk niet kan. Of ze komen je heel hard tegemoet rijden en zien pas op het laatste moment hoe breed je voertuig is. Dan wordt het in-eens wel wat krap, zo samen op de weg.” Wieringa heeft gelukkig nog geen ongevallen meegemaakt. “Soms is het wel even spannend”, zegt hij. “Dan zien we grote schrik bij de mensen als ze beseffen dat het eigenlijk maar net goed ging.”

Beleving op de trekker
Niet alleen automobilisten moeten rekening houden met de breedte van de landbouwvoertuigen. “We zijn ons er zelf ook heel bewust van dat we wat breder zijn, bijvoorbeeld als we fietsers inhalen”, gaat Wieringa verder. “Daar hou- den wij als chauffeur natuurlijk rekening mee. En in ons bedrijf hameren we daar ook steeds op. Want op de trekker heb je toch een andere beleving van het verkeer dan de voetganger of fietser die ernaast loopt of rijdt. Op hen kan zo’n groot voertuig bedreigend overkomen.
Daarom moeten wij ook rustig rijden door dorpskernen.”

VOMOL
“Vanuit de sector wordt er ook aandacht besteed aan kennis over landbouwverkeer”, vertelt Wieringa. “Brancheorganisatie CUMELA geeft op basisscholen het project VOMOL, samen met MBO-leerlingen. Zo laten ze kinderen al op jonge leeftijd kennismaken met landbouwverkeer. Ik vind dat wel belangrijk, want je moet het met elkaar doen in een plattelandsomgeving.”

Rij auto’s
Ook met automobilisten proberen Peter en zijn chauffeurs zoveel mogelijk rekening te houden. “Als er een stoet auto’s achter ons rijdt, dan proberen we even aan de kant te gaan om zo’n rij voorbij te laten gaan. Dat levert minder gevaarlijke inhaalsituaties op en dan kunnen we zelf ook rustig doorrijden. Want met zo’n rij achter je, kijk je steeds in de spiegels om te zien of iemand wil inhalen. Dat is erg onrustig.”

Modder op de weg
Modder op de weg, is een ander gevolg van het vele landbouwverkeer in het najaar. Modder kan gevaarlijke situaties opleveren, zeker als het ’s avonds weer vroeger donker is. Het zicht is dan minder, helemaal tijdens een regenbui. En
’s avonds willen mensen ook graag naar huis, waardoor ze niet altijd met hun gedachten bij de weg zijn en hun gedrag niet aanpassen aan de situatie. Dan ra-ken ze zomaar in de slip.”

Wisselwerking
Wat Wieringa betreft doen automobilisten het even iets rustiger aan als ze landbouwverkeer tegenkomen. “Besef dat zo’n machine heel breed en groot is en dat ’ie vaak minder snelheid heeft . Als je even de voet van het gas haalt en rustig om zo’n voertuig heen rijdt, is er niks aan de hand. En houd rekening met de situatie, want die is niet altijd hetzelfde. De weg is niet overal even breed, soms staan er bomen dicht langs de weg en soms kom je over smalle bruggetjes.” Dat geldt andersom net zo goed voor de chauffeurs van landbouwvoertuigen: “Voor landbouwverkeer geldt dat ze niet ineens alle recht op de weg hebben om-dat het oogsttijd is. Het is een wisselwer-king, hou gewoon rekening met elkaar.”