De verhuizing

In snel tempo werd de Westersingel vol gebouwd met ééngezinswoningen, de zgn. twee-onder-één-kapwoningen en hier en daar lieten de meer gesitueerden een vrijstaande woning bouwen. Vonden pa en moe al dat ze er op vooruit waren gegaan van een “inwoning” naar een eigen stekkie, een wat meer moderner huis aan de overkant was toch ook wel aantrekkelijk.
En zo geschiedde het; we verhuisden!
Gordijnen werden vermaakt en kregen weer ergens een bestemming.
Lag er in het oude huis in de kamer een karpet met rondom stukken balatum, nou dat kon allemaal wel wat moderner. Er werd kokos uitgezocht en ik zie nog Geert Hoving op de grond zitten om de  banen kamerbreed aan elkaar te naaien.
Ja wat was er o.a. moderner in het nieuwe huis. Men denke aan een geiser in de keuken voor het nodige warme water en een douche in de badkamer.
Dat was wel even wat anders dan eens per week in de tobbe, maar douchen mocht niet te lang duren, dan brandde de geiser te lang. 
Opdracht van moe was: douche aan, je helemaal natmaken, kraan weer dicht, inzepen en snel afspoelen. 
Jammer want het was toch wel heerlijk zo’n warme straal water. 
Ook was er een slaapkamer meer, dus kreeg ik m’n eigen kamertje, compleet met een Tomado boekenrekje!
In de huiskamer kwam een mooie zwarte haard en de eierkolen werden vervangen door “nootjes 4”.
Had niets te maken met iets wat je kan eten, maar dat brandstof heette zo. Leuk woord!
Wat niet veranderd was dat je nog steeds in de zomer in de keuken woon-de en in de winter in de kamer.  
Moeder ging samen met de buurvrouw in het voorjaar rozen wieden bij rozenkweker Watze Smit en in het najaar werden de rozenbottels geplukt. 
Tegen de stekels kregen ze ieder jaar een paar nieuwe dunne leren handschoenen van de baas en aan het eind van het seizoen was daar niets meer van over.
Samen met de buren lazen we elkaars wekelijkse tijdschriften, moeder las al jaren de Margriet en voor de kinderen én pa Donald Duck. 
Buurvrouw las in mijn ogen een veel mooier blad, n.l. De Romance met romantische beeldverhalen en op de achterkant een bekende filmster.
Vond moeder me misschien nog te jong om dergelijke verhalen te lezen, van buurvrouw mocht het wel en zo gauw de bladen binnen waren glipte ik er heen en vroeg dan heel beleefd of ik even de Romance mocht inzien. 
Vaak had ze het zelf nog niet gekeken want na hun taak bij de kweker moest nodig “het huishouden” nog gedaan worden, gauw een bakje koffie bij mekaar en hup de beddenboel uit het raam en de stofzuiger “deur de kwin-ne”...... 
Tegen de tijd dat pa van z’n werk thuis kwam, was “het gehaister” (zoals pa het altijd noemde, en terecht!) achter de rug. 
In die tijd paste ik ook op het dochtertje van de buren zodat de ouders ook nog eens rustig een avondje weg konden gaan.
Toen na verloop van tijd buurvrouw eens aan moeder vroeg wat ik graag zou willen hebben voor de oppasbeurten, werd een babydoll genoemd. Tjee een babydoll, zo’n mooi nachtpakje, stel je voor, dat was één van mijn wensen. Geert Hoving had ze te koop had ik al ontdekt.
En ik kreeg er eentje en wat was ik er blij mee, zo’n wijdvallend bloesje en een ballonbroekje van piquékatoen en hij was bleu van kleur. M’n eerste babydoll voor het oppassen, ik ben het nooit vergeten en heb het net zolang gedragen tot het echt te klein was.
Zou Cliff Richard mijn Babydoll bedoeld hebben toen hij er een liedje over zong.....?
 
JP