Henk de Hoop

Een Mens voor de Lens
Henk de Hoop is in de bedstee geboren. Op 5 augustus 1945 als de jongste zoon in het gezin van 6 kinderen van Hendrik de Hoop en Trijntje Elisabeth Velema.  Henk trouwde met Jennie Wieringa en ze kregen 2 kinderen Linda en Lesleij.  
Vader en moeder de Hoop hadden een manufacturen/ galanteriewinkel genaamd  ‘Bazaar de Hoop’ aan de H.J. Kniggestraat 119 Stadskanaal.  
‘Artikelen groot en klein dan moet u bij Bazar de Hoop zijn’

Daar, bij de Tweede Sluis in Stadskanaal, was toentertijd veel bedrijvigheid met de winkels van slager Dik, bakker Hulsker, kruidenier Dieters en café Noorman om maar enkele te noemen.
In het verlengde kwam je op de Scheepswerfstraat, waar toen nog schepen werden gebouwd en gerepareerd. Aan de Scheepswerfstraat ging Henk naar de lagere school bij juffrouw Ellen. “Ja juffrouw Ellen mocht graag met een liniaaltje over je vingers slaan…”

“Aan de Scheepswerfstraat pikten we vroeger motorbootjes om te gaan varen. Eén keer bleef het gas hangen en toen zijn we eruit gesprongen, ja we haalden wat kwajongenstreken uit in de tijd. Toen ik later een keer in het ziekenhuis lag kreeg ik veel van harte beterschap kaartjes en een paar waren geadresseerd; Aan de bandiet Henk de Hoop. “
Hij leerde voetballen met een zwienebloaze op ’t Kniggensloantje in Stadskanaal.
Hij leerde schaatsen in de zeer strenge winter van 1954 op ’t Boer’ndaip en kreeg elke morgen een eetlepel levertraan één, twee… hap.  En geen schepje suiker erachteraan voor de vieze smaak weg te nemen.
Na de lagere schooltijd ging hij cursussen volgen om later de zaak van zijn ouders over te nemen. Maar met de komst van Philips in Stadskanaal kreeg Stadskanaal ook een koopcentrum en daarmee grotere winkels.
“Vader zei dat er op termijn geen droog brood meer in onze winkel te verdienen was met de komst van die Hema, Albert Heijn en andere heel grote winkels.“
Henk ging werken op een drukkerij in de stad Groningen en zou een specialistische opleiding krijgen in Italië.
Ineens ging dat wegens bedrijfsomstandigheden niet door en Henk nam ontslag.

Amsterdam
Hij solliciteerde op 17 jarige leeftijd bij de PTT in Amsterdam en werd aangenomen. Na een korte opleiding reed Henk dagelijks in een postbode uniform en bracht vanuit het postkantoor Courbetstraat de post bij de mensen rond de Zeedijk.  Volgens zijn vader was vooral die buurt, maar misschien wel heel Amsterdam het Sodom en Gomorra.  
“Ik was ’s middags om 2 uur vrij en ging dan naar de Amsterdamse bossen waar nu de Bijlmer is. Daar waren veel kleurrijke mensen met allerlei fleurige haardrachten veelal met hanenkammen aan het musiceren en schilderen. Ik was niks gewend en had zoiets nog nooit gezien. Bij ons thuis was het allemaal vreselijk streng en ik werd grootgebracht met Bach, Händel en Rembrandt van Rijn. Vader was lid van Openbaar Kunstbezit en ik moest  op de divan zitten luisteren naar het voorlezen van vader uit het orgaan met reproducties en beschrijvingen. Ik leerde orgelspelen want dat hoorde bij ons gedienstige leven. De popmuziek van de zestiger jaren is geheel aan mij voorbijgegaan. Muziek die ik hoorde was alleen vrome muziek van Bach. Strauss was al weer te frivool.”
Thuis, aan de H.J. Kniggestraat in Stadskanaal  had hij op zolder wel zijn eigen atelier waar hij vanaf zijn 10e jaar al schetste, tekende en schilderde maar in het kleurrijke Amsterdam ging er een nieuwe wereld open; “prachtig om te zien.”

Polio
Zijn ouders lieten, om levensbeschouwelijke gronden, niet inenten.  “Toen ik 18 jaar was kreeg ik polio. Ik stapte ‘s morgens uit bed en wankelde zo neer en viel naast mijn bed. Ik kon me haast niet meer bewegen.”
De Amsterdamse bedrijfsarts zei eerst nog dat hij wat harder moest gaan lopen en dat het vanzelf weer overging. Maar dokter Zuiderweg in Stadskanaal had het meteen wel door. Na twee weken was Henk helemaal verlamd tot aan zijn nek. Een drama voor een jonge ambitieuze kerel. Hij raakte zijn baan kwijt en de vooruitzichten van overleven waren zelfs somber.
Na acht maanden van ruggenprikken, vitaminecomplexen, revalideren, zwemmen en met gewichten oefeningen kon hij weer kruipen en knapte op.
“Doordat ik slecht kon slapen ben ik maar gaan schilderen. Alhoewel ik als kind al tekende en schilderde is het toen eigenlijk allemaal echt begonnen”, aldus de Hoop.

Jennie
Henk leerde zijn grote liefde Jennie Wieringa kennen. In de ziekenhuisperiode had zus Jannie een algemene oproep gedaan om haar zieke broertje eens een kaart of een briefje te sturen. “Ik kreeg veel kaartjes en briefjes en van het één kwam het ander.”
Jennie en Henk correspondeerden en toen ze elkaar voor het eerst ontmoeten liep hij nog op krukken. Ze raakten bijna meteen verliefd. Na 4 jaar waren de vooruitzichten prima en trouwden ze.
Henk ging werken bij een schildersbedrijf. Maar op een dag viel hij door spontane verlamming van de ladder. Later gebeurde dat nog enkele keren en uiteindelijk raakte Henk in de WAO.
In 1984 verhuisde hij met zijn gezin van Stadskanaal naar Kerkstraat 72 Zuidbroek.  Het oude huisje van vrouw Jager bood mogelijkheden en had een ruime tuin.
Jennie werkte bij Mölnlycke in Hoogezand en ze vonden Zuidbroek meteen een mooi dorp. Grote plannen om het huis te verbouwen tot woonhuis en atelier werden al spoedig doorkruist toen Jennie ongeneeslijk ziek werd en in 1986, op 36 jarige leeftijd, overleed.
Henk kon daarna zijn draai moeilijk vinden. Hij had het gevoel door een beslagen ruit te turen. Heel langzaam kwam zijn oog voor detail terug en daarmee de interesse voor zijn geliefde hobby; schilderen.

Rijksweg
Toen Henk en Jennie het huis kochten was er nog geen sprake van verbreding naar een 4 baans-rijksweg en de rotondes.   Na 15 jaar bewoning werd het opgekocht en platgegooid. “Door bemiddeling van Klaas Nieland en veel steun van Jilles en Nolda Kramer kon ik toen de huidige woning aankopen. Maar ook Henk Tepper is altijd een goeie steun voor mij geweest.” En Henk de Hoop vertelde over de periode dat ze er woonden, dat Nolda Kramer elke week een zelfgebakken taart kwam brengen en er toen nog geen Aldi was, mevrouw Schreuder nog tegenover hun woonde en dat Nuijen er zijn moestuin had.  “We hadden een mooi uitzicht en konden alles overzien. Liftertjes die geen lift kregen, maar toen ze hun spijkerbroeken uitdeden en toen met korte rokjes….., nou toen stopten er meteen een auto. En dan die pseudo politieman die helemaal geen politieagent was. Maar ook laat in de avond kwam iemand snijbonen plukken. Ik zag niet wie het was,  Nuijen in elk geval niet. Ik riep Kazan onze herdershond en deed de achterdeur open…”

Doeko
Henk kwam in contact met Doeko. Doeko Staal, licht geestelijk gehandicapt,  begon ooit bij de gemeente Noordbroek op de vuilniswagen. Toen nog geen computergestuurde vuiljumbo maar wekelijks werd de vuilnis opgehaald met paard en wagen getrokken door de ruinpaarden Pukkie en Bendos.
Albert Omta was toen nog burgemeester en hij zag dat Doeko meer geschikt was om het dierenpark aan de Oosterstraat te onderhouden en passant ook de tuin van de burgemeester.
Doeko was opgegroeid op een boerderij en de verzorging van de landgeiten, enkele Drentse heideschapen, Quisantschaap of Kameroenschaap, herten konijnen, kippen, duiven een ezel en eenden was bij hem in goede handen.  “Kom niet aan Doeko, dan kom je aan Omta…”
Hij woonde bijna zijn hele leven in Avondzon, in een piepklein kamertje wat vandaag ondenkbaar zou zijn, maar Doeko was er erg trots op.
Henk de Hoop fietste elke dinsdag naar Avondzon en dronk een bak koffie bij Doeko en dan moest hij de Tussenklappen voorlezen aan Eppo en Doeko.

“Moet ik de advertenties van Jonker ook voorlezen?”
“Ja ik wil alles weten” zei Eppo
En Henk ging stoïcijns verder;
“3 herenonderbroeken 12 gulden vijfennegentig, 3 herenhemden…”

Dat Henk de Hoop oog heeft voor personages en markante personen is duidelijk.
Eén van de laatste kiepkerels van Zuidbroek en misschien wel van heel Groningen was Jan Munneke, Munneke Foef.  Als dertienjarige begon hij in 1916 als kiepkerel en werd daarna in Zuidbroek en omstreken een markante verschijning. Dagelijks ventte hij borstels, schoen- kachel en koperpoets, garen, knopen, schoteldoeken, lint en andere kleine artikelen. Toen Jan Munneke 87 jaar was ventte hij nog steeds langs de deuren. Hij kauwde op zijn slaatje of rookte zijn pijp. Altijd twee koffers voorop en een koffer achterop de fiets en enkele plastic zakken aan het stuur.   “De vaart is er een beetje uit”, zei hij toen. Vroeger werkte hij zes dagen per week van 9 uur in de ochtend tot 5 uur in de middag. Naarmate hij ouder werd ging hij nog slechts 4 dagen per week op stap. “Het einde is nog niet in zicht”, zei Munneke toen schouderophalend.  “Ik mag het graag doen en kom nu bij kinderen en kleinkinderen van vroegere klanten.”
Jan Munneke had net een gebakken vis gekocht bij Jans Upperman toen Henk de Hoop een praatje maakte en de inspiratie kreeg om Jan Munneke samen met Doeko op een schilderij vast te leggen.

Schilderen
Henk de Hoop blonk op school al uit in tekenen en hij schildert al vanaf zijn kinderjaren. “Ik ben begonnen met plakkaatverf”, vertelt de Hoop. Aanvankelijk bewonderde hij de stijl van Vincent van Gogh: “Dat is de gemakkelijkste stijl voor een beginner, het maakt niet uit een streepje meer of minder als het maar goed komt”. Door van iedere kunstenaar iets mee te nemen en dit tot een geheel te smelten heeft Henk de Hoop in de loop der jaren zijn eigen stijl weten te ontwikkelen. De Zuidbroekster heeft inmiddels honderden schilderijen gemaakt. In zijn huis en atelier zie je allerlei bekende gezichten voorbij komen. Ik zag de Groninger zanger Ede Staal, oud weerman en verslaggever van RTV Noord Jaap Nienhuis, Meesterschilder Rembrandt van Rijn, componist Johan Sebastiaan Bach, André van Duijn, Jopie Huisman die een shagje draait, Henk Helmantel en  maar ook veel bekende Zuidbroeksters. Zoals een schaatsende Jan Wiechertjes, Roelof Schuiling de vader van Sinus, Albert Woldhuis, Henk Tepper, de dochter van Jillez en Nolda Kramer die als bruid het boerderijpad afloopt. Een zelfportret van Rembrandt, waarbij je bijna geen verschillen ziet en er hangt in de foyer van Geert Teis een mooi schilderij van Lex Goudsmit. Hij schilderde prachtige landschappen met reeën,  de Galgeheuvel aan de Galgeweg en vele jaren geleden afgebroken woningen uit Zuidbroek. Naar allerlei uithoeken van het continent zijn schilderijen van de Hoop gegaan. Er zijn ooit werken van hem verkocht door de bekende radio en TV programmamaker en liedjesschrijver Gerrit den Braber.
Ook heeft hij schilderijen van andere bekende schilders aan de muur hangen, zoals van Herman Brood, Anton Heijboer, Maya Wildevuur  en de Waddenschilder Geurt Busscher.
Lesley heeft alle schilderijen van zijn vader in beheer.
In 1990 richtte De Hoop een schilders club op; De Streekschilders. Nu kon hij zijn ervaring op anderen overbrengen. Deze vaste groep komt trouw elke maandagavond bijeen “Dit  jaar februari bestaat de club Streekschilders 25 jaar!”

NNTT
Vanaf 15 augustus tot 20 september, is er een mooie expositie van deze Zuidbroekster Streekschilders op de entresol van het schitterend gerestaureerde NNTT Station Museum in Zuidbroek. Tegelijk is er de mogelijkheid om het bureau van de stationschef, de wisselexpositie ‘Speuren naar sporen van het Woldjerspoor’, de in oorspronkelijke staat gerestaureerde lokettenwand en de modeltreinen te zien rijden.  Nuttig daarna een consumptie in het museumcafé en geniet van een mooi dagje uit in het 150 jaar geleden (1865) gebouwde en thans monumentale pronkstuk, het oude station van Zuidbroek.

Passie
Ik bladerde door dikke fotoboeken van honderden schilderijen. Ik las de door hemzelf geschreven autobiografie. Prachtige levensverhalen en ook korte grappige verhalen uit zijn jeugd en kwam onder de indruk van de passie en ijver van deze man. Een persoon die opgegroeid is met de potkachel en houtjes hakken, turf en eierkolen en die nu een eigen atelier en schildersclub heeft met een aantal niet onverdienstelijke schilders; kunstschilders.
Hij exposeerde op veel plaatsen onder andere; kunst bij de kapper, kunst in de viskraam, kunstgroep Spectrum, expositie Ufkeshuis Siddeburen, schilderen in Pieterburen, schilderdag op Smeerling in Onstwedde, exposities in Gemeentehuis Menterwolde en ook in De Broeckhof, in De Kern in Hoogezand, expositie en open huis van de Streekschilders aan de Kerkstraat met een optreden van de Afghaanse danseres Sitara. Cessie schilderen in de tuin en hij hielp ook met organiseren van open dagen Creaclub en Herfstflora, waarbij ook Imkers, een Stierenmesterij en actieve Flora Middenstanders in Zuidbroek exposeerden. Hij was jarenlang toneelmeester bij toneelgroep ‘Spontaan’, in de tijd van Roelie Lutterop en Sinus Schuiling. Hij is muziekliefhebber en organist, houdt van tuinieren, oude fruitbomen en is landschaps- en portretschilder maar vooral veelzijdig kunstschilder. Hij is natuurmens en hij heeft plezierige humor maar bovenal is Henk de Hoop een man waar je een goed gevoel bij  krijgt.

“Henk wat lust je graag?”
“Ik ben grootgebracht met stroop op mijn brood en de gewone gestampte pot maar ik lust graag shoarma.”

Rienus Huis
06-25043902
rienus@makelaarhuis.nl