Historische kring Menterwolde

Doe kwamen te ’s koninks hove
Alle die diere groot ende klene,
Zonder Vos Reynaert allene:
Hij hadde te hove zo vele mesdaan,
Dat hij ‘re niet dorste gaan.
Enkele regels uit het eerste letterkundig gedicht wat bekend is. Geschreven door één of twee Vlaamse dichters omstreeks 1200. Grote namen volgen als Bredero en Hugo de Groot. Bordewijk en Maarten 
’t Hart. De Nederlandse literatuur.
Maar hoe zit dat met het Gronings? Is Gronings wel een taal of is het een dialect en waaruit is het ontstaan. Kent de Groningse literatuur een oud werk als De Vos Reynaerde of zijn ze uit latere tijdstippen. Tegenwoordig zijn/worden er vele boeken in het Gronings geschreven, als “Martha” van Kees Visscher. En kinderboeken als “Mieke Mauchie” en een schoolboek “De Siberische kou”. Komen auteurs niet van overver, maar wonen ze dichtbij. Niet alleen verhalen en boeken, maar ook gedichten en poëzieversjes. Dat het Gronings door de eeuwen heen veranderd, is duidelijk. Wie gebruikt nog woorden als knibbels, kwint, boesjeude of stieg oaer? Maar in de literatuur zijn auteurs op hun hoede dat het Gronings niet vernederlandst. Want zeg nou zelf; waar vind je zulke mooie woorden als dieverdoatsie, eelsk, hupseeln en mishottjen.
Jur Engels, geboren en getogen in Zuidbroek, beleidsmedewerker cultuur te Leek en daarnaast allerlei functies bij 
“t Grunneger Bouk”, “de Boukenkist”, “Grunneger Toal”, “Toal en Taiken” en RTVNoord gaat over de Groningse literatuur vertellen en voorlezen op de avond van de HKM in november. Het gaat over het Gronings en het is in het Gronings.
Doar is goud en tjout bie; “Op hozevörrels deur Grunneger Literatuur”.

Reactie toevoegen