Burgers van Muntendam, jongens en meisjes,

Vandaag herdenken we onze doden. Morgen vieren we onze vrijheid. 4 Mei en 5 Mei – als twee kanten van dezelfde medaille horen ze bij elkaar. Eerst gedenken we de doden; dan vieren we de bevrijding.

Iemand vroeg eens: hoelang nog moeten de voetstappen van de vrijheid graven zijn? Is het werkelijk nodig dat aan bevrijding oorlog en dood vooraf gaan? Of is het misschien zo dat we pas werkelijk snappen hoe vrij we zijn, wanneer we stilstaan bij de dood van hen die ervoor zijn gestorven?

We zien elke dag op televisie ook nu weer mensen sterven voor hun eigen vrijheid en die van anderen. De opstanden in de Arabische wereld, het afschuwelijke geweld waarmee met name in Libië en Syrië door de dictators wordt gereageerd op de roep om meer vrijheid – al die beelden roepen ons op om te beseffen hoe kostbaar vrijheid is en hoeveel bloed ervoor is vergoten.

Onze vrijheden liggen vast in onze Grondwet. Zo belangrijk vinden we ze. Het recht om te zeggen wat je te zeggen hebt. Het recht om samen te komen met wie je maar wilt. Het recht om de godsdienst te kiezen die bij je past of juist helemaal geen godsdienst. Maar ook het recht om door de politie behoorlijk behandeld te worden als je om wat voor reden dan ook wordt aangehouden. En het recht op een eerlijk proces, wanneer je wordt verdacht van een misdrijf. Het zijn de vrijheden en de rechten waarop onze samenleving is gebouwd. En grotendeels was dat ook in 1940 al zo. Met daarna een gruwelijke inbreuk op al die vrijheden en rechten, een inbreuk die een kwart miljoen Nederlanders het leven heeft gekost en tot op de dag vandaag diepe sporen heeft nagelaten bij mensen.

De allerbelangrijkste vrijheid is het recht om anders te zijn dan anderen. Om af te wijken van de meerderheid en toch volledig mee te kunnen doen in de samenleving, op het werk of op school. De vrijheid om een uniek mens te zijn en dat ook te laten zien in je werk, op school, in je keuzes, in je leven. Daarom ook dat artikel 1 van onze Grondwet discriminatie verbiedt. Het is ons voornaamste grondrecht om anders te mogen zijn en toch helemaal erbij te horen. Het is niet alleen een recht, een vrijheid, nee het is ook een opdracht om uniek te zijn. Een opdracht aan u, aan jou, aan mij, aan ons allen om ons eigen partijtje mee te blazen in de maatschappij. Een orkest van ééntonige hoorns is niet om aan te horen. Het is de veelheid aan instrumenten, groot en klein, hard en zacht, hoog en laag, die aan een orkest de rijke klankkleur geeft waarvan we allen stil worden. Laten wij zo’n orkest zijn door elk op onze eigen wijze mee te doen in de samenleving. In Muntendam. Het staat ons vrij om dat te doen en ik roep u, samen met al die doden van ’40-’45 en daarna, op om die vrijheid te nemen. Doe mee!

Vrijheid dus. Niet vanzelfsprekend, maar zwaar bevochten. Niet vanzelfsprekend, maar elke dag opnieuw uit te vinden. Niet vanzelfsprekend, maar heel erg de moeite waard om te bewaren en te bewaken. Te bewaken ja. Te bewaken door niet zomaar achter zelfbenoemde of door anderen gekozen leiders aan te lopen. Te bewaken door altijd, wanneer er mensen aan de kant worden gezet, als minderwaardig worden afgeschilderd of – vaak heel dichtbij – worden gepest op werk, op school of in de straat, om dan altijd zelf te blijven nadenken: doe ik hieraan mee? We hebben de vrijheid om ‘nee’ te zeggen en onze eigen keuzes te maken. Met die keuzes zijn we samen de hoeders van onze vrijheid.

Vandaag herdenken wij de mensen die niet anders mochten zijn en dat met hun leven moesten bekopen. We herdenken ook de mensen die gevochten hebben om de vrijheid te herwinnen en daarbij het leven hebben gelaten. We gedenken allen die slachtoffer zijn geworden van het oorlogsgeweld in ’40-’45 en de jaren nadien. Opdat wij niet vergeten.

Reactie toevoegen