H.K.M. bezoekt Joodse begraafplaatsen

Voorafgaand aan het reisje had Stefan van der Poel vertelt over de Joodse Stadjers. Hoe in de Folkingestraat in Groningen de niet-joodse Moeke Niemeijer woonde. Zij had een sigarenwinkel. Als een klant kwam en een sigaar kocht, vroeg Moeke; steekt u hem aan of steekt u hem erin. Kwam het laatste antwoord dan mocht de klant verder lopen want achter het winkeltje had Moeke een bordeel.
HKM
 Joodse jongens in de buurt deden vaak allerlei boodschapjes voor haar. In ruil kregen de jongens van haar een cadeautje onder de kerstboom. Burgerschap, maar dan vóór de oorlog en niet bij wet bepaald. Het zijn de leuke anekdotes naast de boeiende verhalen. Maar of het leven in werkelijkheid ook leuk was in de arme jodenbuurt stond te bezien. Na gelijkheid, vrijheid en broederschap in 1800 en joden steeds meer en meer integreerden in het dagelijkse leven, bleef de behoefte aan een eigen begraafplaats. Het Israëlitische geloof geeft de begraafplaats aan de overledenen. Grond wat van hun is, waar ze kunnen rusten tot de dag van de opstanding. Sinds de cholera epidemie moesten lijken direct uit huis gehaald worden. De christenen kregen toen hun lijkenhuisjes. De joden een reinigingshuisje. In Oude Pekela is er nog één te zien. Kenmerkend zijn de symbolische figuren op sommige grafzerken; een waterkan, een opengeslagen boek, een tangetje en een mesje om aan te geven dat daar een besnijder ligt. Het zomerreisje van de Historische Kring Menterwolde eindigde in Bourtange waar mevr. Borg een adembenemend verhaal vertelde over de Synagoge met zijn reinigingsbad aldaar.

Reactie toevoegen