Transfers

Column
 
Terwijl wij alleen maar bezig zijn met de WK in Brazilie is in Nederland de “transfertijd” in volle gang. Binnen de profclubs wisselen veel Nederlandse voetballers van “baas”; maar ook amateur voetballers verlaten hun oude vertrouwde club en gaan de komende competitie bij een andere club spelen. De redenen van deze veranderingen zijn vaak wat duister; misschien worden ze niet betaald, maar zijn de “voorwaarden” beter!
In de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen de eerste en tweede klasse nog volledig “amateur” heette te zijn, was het z.g. “wegkopen” van spelers door het aanbieden van een goede baan of het onderhands betalen een publiek geheim. Armere clubs waren toen ook al vaak in het nadeel.
Toen begin 1960 het semiprofvoetbal zijn intrede deed in Nederland, speelden wij met v.v. Muntendam boven in de tweede klasse B en promoveerden zelfs twee keer naar de eerste klasse. Muntendam had in die tijd een aantal goede spelers die uiteraard in de belangstelling stonden van de pas opgerichte semiprofclubs in de omgeving.
Zo vertrokken achtereenvolgens; Pieter Jager, spits, naar Telstar, Jans Rademaker, keeper, naar BeQuick, Roelie Abee, verdediger, naar FC Groningen, Sietse Boiten, middenvelder naar Veendam en Jan Pluim, spits, naar FC Groningen.
Voor Muntendam was het op sportief gebied een aderlating, maar financieel een welkome versterking! Als een speler van een amateurclub naar een profclub ging, ontving de amateurclub een vergoeding van 3.000 gulden.
Ik was in die tijd secretaris-penningmees-ter van de v.v. Muntendam en herinner mij de bijzondere transfer van Jan Pluim naar FC Groningen. Er was al een tijdlang overeenstemming over de overgang van Jan naar de FC, maar de betaling van de 3.000 gulden, die voor 1 augustus moest plaatsvinden, was nog steeds niet voldaan!
Op de avond van 31 juli stopte voor ons huis een grote witte Mercedes en er stapte een heer in pak en een wapperende lichte regenjas uit. Hij belde bij ons aan en stelde zich voor als Hoogeboom, directeur Oranjeboom bieren, haalde zijn portefeuille te voorschijn en gaf mij drie bankbiljetten van 1.000 gulden: ”Voor de overgang van Jan Pluim”, zei hij. Ik had nog nooit een bankbiljet van 1.000 gulden gezien!! Ik stond perplex en vroeg hem binnen te komen; maar toen ik opkeek zat hij alweer in de auto, draaide het raampje naar beneden en riep: ”Goed zo?”. En weg was hij alweer.
FC Groningen heeft van Jan niet veel plezier gehad. Jan, een echte Muntendammer, kon er niet wennen.
Enkele weken na de “transfer” kwam ik bij de training in onze kleedkamer. Jan zat in een prachtige blauwe trainingspak van de FC druk te praten met de jongens. Ik zei: ”Wat nou?”
 “Ik haar zo’n winst van Muntendam”: zei Jan. ”Zo’n kakboudel is niks veur mie”!!!
 
Be Hooijer.