Museumprijs voor Scheepswerf Wolthuis

De Stichting Historische Scheepswerf Wolthuis uit Sappemeer ontving zondagmiddag 13 november jl. de Veenkoloniaal Museumprijs. De prijs bestaat uit een oorkonde en een cheque van e 500,-  en werd uitgereikt tijdens de jaarlijkse Winkler Prinsdag. De Stichting ontving de prijs voor haar niet aflatende inzet om de historische werf voor het nageslacht te behouden.
Museumprijs voor Scheepswerf Wolthuis
De Historische Scheepswerf Wolt-huis kent een lange geschiedenis. Het is één van de oudste scheepswerven in de Groninger Veenkoloniën en één van de weinige die nog bestaat. Het is bovendien de enige werf waar te zien en te ervaren is hoe schepen vroeger werden gebouwd.
 
HISTORISCHE LOCATIE
De oude werflocatie op de hoek van het Borgercompagniesterdiep en de Noorderstraat in Sappemeer is met recht een historische plaats, waar sinds het einde van de 17de eeuw achtereenvolgens door de families Raad, Mulder, Berg, Smit en Wolthuis vele honderden houten en stalen schuiten, smakken, pramen, tasken, tjalken, schoeners en bolschepen werden gebouwd en gerepareerd.
Het is ook de enige overgebleven, nog herkenbare werflocatie in de Veenkoloniën. De eerste bekende scheepsbouwer op deze plaats was Jan Oomkes Raad. Hij bouwde er tussen 1705 en 1739 verscheidene snabben en tasken, kleine houten vaartuigen, hoofdzakelijk bestemd voor het vervoer van turf. Toen Jacobus Franciscus Smit, de oudste broer van Ferus Smit (waarnaar de tegenwoordige werf in Westerbroek is vernoemd), in 1905 de werf te Sappemeer overnam, hadden ijzer en staal reeds hun intrede in de scheepsbouw gedaan.
 
De werf is al sinds 1922 in bezit van dezelfde familie Wolthuis, waardoor niet alleen de gereedschappen en machines, maar ook zeer interessante documenten en foto’s bewaard zijn gebleven. Door de kleinschaligheid zijn er sinds de jaren 1920 niet veel veranderingen doorgevoerd. De machines uit begin twintigste eeuw staan er nog, waaronder een knipschaar, ponsmachine, drukker en spantenbuiger. 

Reactie toevoegen