Een Mens voor de Lens: Sieb Nieboer

Sieb Nieboer is geboren in 1945 als 2e zoon van Hendrik Jan Nieboer en Hindrika Harmanna Huisman. Tijdens dans- en uitgaansavonden in de Gouden Leeuw te Zuidlaren leerde hij Greetje Sluiter van de Groeve kennen en ondertussen zijn ze op de kortste dag, maar wel de langste nacht, van dit jaar (2014) al weer 35 jaar getrouwd.  
Gré en Sieb hebben een dochter Karin en een zoon Henk. Karin deed de hogere hotelschool in Leeuwarden. Woonde in Amerika, in de staat Colorado, Canada, in Hamburg en woont nu in Londen. 
Zoon Henk is boer en komt als 4e generatie op de boerderij Poeltje 2 te Zuidbroek.
Ik was begin september 2014 tot achteraan de Poeltjelaan gereden. Toen ik richting de boerderij liep prikkelde een aangename kruidige herfstgeur in mijn neus. Amper was ik met Sieb aan de koffie toen de buurvrouw aankwam met een pas geboren lammetje op haar arm. ’s Middags was er een drieling geboren. “Erg vroeg voor de tijd van het jaar…..,” zei Sieb. En hij keek alsof hij wou zeggen ‘er is vast iets niet goed gegaan’. 
 
Poeltje
Sieb vertelde dat het Poeltje een laag gebied is aan het eind van de Boerenwijk tussen de Rimpe en Tripscompagnie. De Rimpe is de Veendijk tussen de Muntendammer en de Tripscompagniestervenen. Als laatste stuk Veendijk is dit nu een monument, men proeft er nog de oude sfeer. Poeltje liep van de Boerenwijk tot het Röttenveen onder Muntendam. Vroeger is hier veel baggerturf gegraven. In 1900 waren grote stukken nog woest en één watermassa waar het moei-lijk was om goed te boeren. Ooit lag er bij de boerderij een sluis met een molen, het z.g. Poelmolentje, type Spinnekop poldermolen gebouwd al voor 1832. Rond 1912 kwam er  een rozetwatermolen en werd er steeds meer drooggemalen. 
Toen W.A. Scholten in 1859 de Motké aardappelmeelfabriek liet bouwen gaf hij ook opdracht om een kanaal te graven vanaf het Poeltje naar de Motké.  
 
Boerderij
De boerderij is gebouwd in 1908 onder architectuur van Mr. Hutten, die ook het stadspark heeft ontworpen. Deze is één van de zogenaamde ‘Scholtensboerderijen’, te herkennen aan de ronde koepels. 
“Toen Opa in 1911 op de boerderij kwam, was het één grote natte kledderboel en het water stond in de winter tot aan de boerderij.”
Overal lagen sloten en waterafvoergreppels die door het land werden gegraven. 38 ha bestond toen uit 52 stukjes land en met wijken van 11 meter breed, een bijna niet bewerkbaar geheel om er fatsoenlijk op te boeren. De Boerenwijk groeide ’s zomers vol met riet en flap. In het najaar was er met een Praam, volgeladen met aardappelen of bieten, geen doorkomen aan. Opa, Hendrik Jan Nieboer, maaide ’s nachts de begroeiing los en met goed geluk stroomde de troep naar het Winschoterdiep. Het Boerendiep viel namelijk onder een ander Waterschap dan het Winschoterdiep en om problemen te voorkomen maaide hij ’s nachts. Landbouwproducten werden door wipkarren op twee eigen pramen gekiept. De volgeladen pramen konden dan net onder het spoorbruggetje doorvaren via het Boerendiep via de W.A. Scholtenweg naar het Winschoterdiep. Daar werden de pramen overgeschept in een groter schip.
Als een wipkar niet evenwichtig en met gelijkmatig beleid werd gelost gebeurde het wel dat de praam zonk. Dat is meermalen gebeurd en dan moest Mandema er aan te pas komen met takelinstallatie om de praam weer omhoog te krijgen.
Op de boerderij werkten verschillende vaste medewerkers zoals Bouwe Raatjes, Pieter Viswat en Kees Nijveen en er waren altijd veel jongens om de boerderij, stagelopers en volentairs. 
De boerderij is op houten palen gebouwd, het Amsterdamse systeem. Nu het grondwater lager wordt gehouden verrotten de palen. Van alle kanten kan je nu zien dat de boerderij verzakt en de muren scheuren. Vanaf 1953 tot nu toe is het maaiveld gemiddeld 1 cm per jaar ingeklonken, totaal nu 60 cm gedaald. 
 
IJsbaan
Naast de boerderij is jarenlang de Zuidbroekster ijsbaan geweest waar vele Zuid-broeksters, Muntendammers, Sappe- meersters en uit de verre omtrek op af kwamen. De ijspret begon al voor aan de Poeltjelaan waar de jeugd gezamenlijk met veel joligheid en uitgelaten feestpret naar de ijsbaan liep. Aan de westkant van het Poeltje was de ringsloot. Daar gingen de jongens vaak baden. Een zwembroek was er niet bij. Tot medio 1920 lag er nog een gemeenschappelijk weide voor al de bewoners van Achter de Wal.
 
Sieb
Siebolt (Sieb) is enige zoon. Er was al eerder een Siebolt geboren, maar dat broertje is verdronken naast de boerderij. 
“Moeder was in 1945 rantsoenbonnen halen in Zuidbroek en daarom had vader een hekel aan vertegenwoordigers want die hielden vader toen aan de praat en ondertussen verdronk mijn broertje. Vader was hem ineens kwijt en ze konden hem niet vinden, Ineens riep die vertegenwoordiger: “kom maor hier jong, hij stait hier op kop in de weer...”. Schokkender kon het niet gezegd worden. “Een drama voor mijn vader en moeder. Daarom waren ze later uiterst zuinig op Sieb.”
Sieb deed de lagere school en ging naar de ULO aan de Heiligelaan in Zuidbroek. Daarna ging hij naar de HBS op dr. Aletta Jacobs Lyceum. Toen de landbouwschool in Slochteren, bij leraar Duursma’, “een pracht leraar”. Vervolgens ging hij nog naar de Middelbare Landbouwschool in Groningen en de basis was gelegd om het boerenbedrijf in te gaan maar niet direct op de Poeltjeboerderij.  
Hij werkte eerst op verschillende bedrijven in de regio en zelfs nog bij een boer in Loppersum. Hij at en sliep bij een andere medewerker van die boer. Tegen de tijd dat ’s morgens het ontbijt klaar was riep de collega-medewerker: “Ben je wakker boer”. En als hij dan in de keuken kwam werd het brood voor de buik met een broodmes afgesneden. ”Dat was een leuke periode”, vertelde Sieb.
Ook was hij enkele jaren aardappelselecteur. Een aardappel selectiecursus is behoorlijk intensiefgericht op het herkennen van rassen en ziekten met betrekking tot de NAK kwaliteit. In de veldkeuringen moet je partijkeuringen en stamselecties kunnen maken, virusziekten, schimmelziekten en aantastingen door aaltjes en andere gebrekziekten kunnen herkennen zodat gezondheid, raszuiverheid en daarmee de hoge Neder- landse kwaliteit gewaarborgd blijft. Naast het werk op de boerderij was hij ook jarenlang loonwerker voor andere boeren.
Sieb kon in de Flevopolder boer worden. Hij heeft dit wel serieus overwogen omdat in die tijd de herverkaveling een groot gebied van Poeltje en met het land van de boerderij wilde gaan herinrichten als natuurgebied. Maar de aanhankelijkheid en gehechtheid aan het Poeltje deed Sieb besluiten om op de Poeltjeboerderij te blijven. Waar je bent geboren, opgroeide en waar ook je voorouders al woonden; die regionen kunnen meestal op een levenslange interesse rekenen.
Hier ontwikkelde hij zich tot noeste, toegewijde en bedreven boer. Ja, aan het Poeltje is hij opgegroeid tussen de vele dieren van uiteenlopende aard. Hier leerde hij het boerenbedrijf in al haar facetten en rondom deze boerderij kan hij zich uitleven. Altijd aan ‘t werk en nooit zeuren over een pijntje hier of daar. Een soort onverflauwde, onverdroten ijver die je in je jeugd hebt aangeleerd. Toen Sieb door één van de wilde zwijnen, als hobby gehouden, werd gegrepen, kwam hij binnen met de vraag ‘zal ik daarmee ook naar de dokter moeten?’ Er zat een opening van bijna 10cm op z’n bovenbeen! 
Vele zondagen ging hij met het gezin “een stukje rijden”. Altijd even een lap bieten, aardappelen of koren bekijken. De kinderen vonden dat vaak doodsaai, maar daarnaast was ook brede culturele aandacht en gevarieerde museuminteresse. 
Ik verwonderde mij over Sieb zijn parate historische kennis en zijn innige verknochtheid aan het gebied. Die gehechtheid blijkt wel nu er aan de Poeltjelaan een prachtig nieuw huis wordt gebouwd waar Sieb en Gré intrekken voor de kerstdagen. 
 
Nieuw huis
Het huis bouwen dat zou eigenlijk 20 jaar geleden al. Maar dan had hij veel eerder op vakantie naar Terschelling moeten gaan. Het moet perfect zijn, en dat zag hij toen hij samen met Gré door de flora en fauna van het duingebied tussen een koppel schapen wandelde op het mooie eiland Terschelling. Daar zag hij een huis wat hem meteen aansprak.  Samen met architect Reint Drenth uit Zuidbroek werd de esthetische en klassieke verfijning geaccentueerd met vanbinnen een economische indeling, veel zichtassen en een weldadige lichtinval. Een juweel aan de Poeltjelaan verrees. Bij Sieb moet het precies zo en niet anders. 
Hobby’s
Sieb zijn grote hobby is kegelen. Al vanaf 1981 is hij lid en ook al weer jaren voorzitter van de kegelclub Acht om de Lange. Zijn vader was daarvoor ook een half mensenleven voorzitter. Jacob Bosscher (timmerman) en Willen Koers (reder) kregen woorden en daarna moest Hendrik Jan Nieboer toen maar voorzitter van de kegelclub worden. Acht om de Lange, opgericht in 1888, is de oudste kegelclub van Noord Nederland en waarschijnlijk ook de oudste kegelclub van heel Nederland
Sieb mag graag tekenen en kan ook goed tekenen. Tekenen is meestal een kwestie van op de juiste manier leren kijken. Het gaat om de techniek en of je scherp kan waarnemen. Wintersport in Oostenrijk is ook één van zijn liefhebberijen. De Jacht, als vakkundig weidelijk jager met eerbied voor de natuur en grote verantwoordelijkheid voor het faunabeheer. Alleen in het daarvoor geldende jachtseizoen op haas, fazant, wilde eend en houtduif. Het regelmatige kaartavondje is een groot genoegen. Zijn zondagse lief-hebberij is koken. De zondag is dan ook de dag dat Sieb in de keuken staat, al bijna 35 jaar. In het gezin wordt wel gegrapt dat “Pa in een vorig leven kok is geweest’, want hij kan geweldig lekker koken en vooral ook nieuwe dingen uitproberen,” vertelde dochter Karin. “Hij is een echte Bourgondiër en houdt van gezelligheid en lekker eten”. 
De keuken in het nieuwe huis is dan ook effectief toegerust en als werkplek voor een thuiskok een centrale open ontmoe-tingsplek waar gepraat, gekookt, gelachen en gegeten wordt.  Het eerste, door Sieb klaargemaakte diner, daar wordt in de familie nu al verlekkerd naar uitgekeken.   
 
Rienus Huis
06-25043902