125 Jarig jubileum

Afgelopen donderdag toog ik naar hotel Hulsebos om een foto te maken en een verhaal te schrijven over het 125 jarig bestaan van de Zuidbroekster kegelclub  ’Acht om de Lange’. “Mooie sfeervolle club, de oudste is 83 en de jongste is 33 jaar,” dacht ik toen ik ’s avonds weer naar huis fietste.
 
 
Acht om de Lange is de oudste kegelclub van Noord Nederland en waarschijnlijk ook de oudste kegelclub van heel Nederland. Op 6 oktober is het 125 jaar geleden dat de Zuidbroekster kegelclub werd opgericht in het toenmalige hotel Kraster (later heette dit hotel Pannenborg) dat stond aan de Spoorstraat, tegenover het kantongerecht, in Zuidbroek.  
Als je terugkijkt in de historie dan blijkt dat deze gezellige en vooral fascinerende kegelsport zijn zegetocht in Zuidbroek is begonnen. Hier werd rond het jaar 1888 voor het eerst gekegeld en de eerste kegelclub van Noord-Nederland werd hier opgericht. Een Zuidbroekster houthandelaar reisde 125 jaar geleden regelmatig naar Duitsland en maakte daar kennis met de kegelsport. Hij was lid van een kaartclub in Zuidbroek en op een goeie avond vertelde hij in geuren en kleuren dat hij in Duitsland kennis had gemaakt met een prachtige sport, de kegelsport.
”Dit is iets geweldigs, deze reusachtige sport is echt iets voor ons. Die sport moeten wij hier gaan beoefenen. Hier in hotel Kraster moet zo’n kegelbaan komen.” zei hij. De leden van de kaartclub luisterden gespannen. Ze begrepen het verhaal en vonden het een goed idee om zoiets in Zuidbroek te beginnen, maar kon dat wel in dit hotel? Biedt dat voldoende ruimte? Een doorrit voor de rijtuigen moest er blijven en ook kon de paardenstalling niet worden gemist. Maar de hoteleigenaar ‘wilde in de running’ blijven en ook de houthandelaar rustte niet voordat hij het voor elkaar had dat achter hotel Kraster een kegelbaan verrees. In het verlengde van het Muntendammerdiep werd een afdak getimmerd en de kegelbanen werden opgericht. In het begin was de belangstelling voor deze nijmoodse sport niet groot. Maar al snel waren in Zuidbroek een aantal vrijgezellen die zich bij de club aansloten en toen was het hek van de dam…
Genoeg liefhebbers zodat op 6 oktober 1888 de ’Acht om de Lange’ kon worden opgericht. 12 Leden en al snel werd ook een kegeljongen gevonden. Deze eerste kegeljongen kreeg een kwartje voor een avond kegels opzetten en een flesje limonade voor de dorst. De caféhouders zagen door deze nieuwe sport hun omzetten stijgen en haastten zich om met de tijd mee te gaan. In Zuidbroek is inderdaad de victorie van de kegelsport in het Noorden begonnen en Zuidbroek heeft ook de stoot gegeven tot de oprichting van de Noord Nederlandse kegelbond.
Toen ook in de omliggende gemeenten banen werden gebouwd kon men clubcompetities gaan houden en werden door de Zuidbroekster club grote successen behaald. Na een aantal jaren brand-de hotel Kraster met de kegelbanen tot de grond toe af en gingen daarmee bijna alle bezittingen en ook de behaalde trofeeën verlo- ren. Hotel Themmen (later Dost en nu hotel Hulsebos), bouwde 2 nieuwe, hoog kwalitatieve kegelbanen. Daar, half onder 
de grond, lagen toen de beste kegelbanen van het Noorden. De ’catacomben’ noemden de kegelaars deze gelegenheid. En nog steeds op die plek bij Daan Hulsebos worden vele grote successen behaald. 
 
Oudste balsport
Kegelen is één van de oudste balsporten.
Staan er bij het voetballen een paar duizend man naar 22 spor- ters te kijken dan is dat bij kegelen heel anders. Daar spelen meer mensen dan dat er toeschouwers zijn.
Oorspronkelijk werden ronde stenen gegooid over gestampte klei of houten ballen van pokhout, maar tegenwoordig zien we moderne banen van hout en zelfs van kunststof met moderne opzetapparatuur, zoals bij Daan Hulsebos,
 
Wachtlijsten
Ooit telde Zuidbroek wel 11 kegelverenigingen en bij de meeste was een wachtlijst om lid te kunnen worden. De sport was toen zo populair dat één op de 15 inwoners van Zuidbroek kegelde en wel gerekend vanaf de oudste en de allerjongste Zuidbroeksters die de bal niet meer of nog niet konden tillen. In deze 11 clubs kwamen de standsverschillen in dorp behoorlijk tot uiting. Je had de ‘kleine boeren’ kegelclub met namen zoals boer Hendrik Tuin, Jan Uuldriks, Klaas Slim, Hendrik Nieboer, Hennie Hogenberg, de ‘dikke boeren’ kegel- club met Willem Zuidema, Eppo Zuidema, Toxopeus, de ‘middenstander’ kegelclub van bakker Meijer en bakker Bouwman, en ook de Motké fabriek had haar eigen kegelclub. Deze standsverschillen zijn door de tijd gelukkig allemaal veranderd. Het gaat nu meer om de kunst van het gooien. 
 
Techniek
Je moet er gevoel voor hebben, maar ook de juiste techniek. Het 1e kootje van je duim in het duimgat van de 18 pond zware gepolijste kunststoffen kegelbal. Maar er speelt meer zoals; ben je in goede conditie, ben je voldoende geconcentreerd, heb je wel gemakkelijk zittende kleding en schoenen en heb je wel een goeie kegelbal en met het juiste gewicht. Een goeie kegelaar heeft zijn eigen bal. Hij zakt iets door in zijn knieën, sorteert de kracht en de juiste richting en bepaalt het effect dat hij wil meegeven aan de bal. Zijn ogen scherp en in uiterste concentratie gericht op het doel 20 meter verder, het plateau met 8 kegels om die 9e lange. Niet gooien in het midden zoals zoveel beginners denken maar langs de rand van de smalle baan met een beetje effect naar het midden. Ruim 40 jaar was Hendrik Nieboer ’van Poeltje’ voorzitter. Naast zijn techniek had hij nog een toegepaste wetenschap. Voor de wedstrijd at Hendrik een aantal hardgekookte eieren en dronk daarbij enkele Beerenburgjes. ”Je zenuwen volledig onder controle en succes verzekerd”, was zijn motto. Als voorzitter adviseerde hij dit recept aan alle leden en Nieboer zette voor elke wedstrijd een schaal hardgekookte eieren op tafel met de fles Beerenburg. Allicht was niet iedereen verzot op hardgekookte eieren, maar zo’n doorwrocht advies gooide je niet makkelijk aan de kant.
 
Successen
Dat de kegelclub ‘Acht om de Lange’ die techniek goed beheerste blijkt niet alleen uit de tot barstens toe gevulde medaillekasten, maar vooral ook de mooie historische verhalen en anekdotes.  Ooit met een groot toernooi in Winschoten sleepte Acht om de Lange van Zuidbroek alle 1e prijzen in de wacht. Voor de favoriet Jong Wildervank was dit een grote teleurstelling. De Wildervanksters hadden er absoluut op gerekend met de eer te gaan strijken. Zo zeker waren de Wildervanksters zelfs van hun zaak dat ze al een feestmaal hadden besteld… Acht om de Lange kwam, zag en overwon en Wildervank moest het diner laten vervallen…
Namen zoals Remco Zeef, de ‘matador van Zuidbroek’ zoals hij werd genoemd, de man die bijna alle prijzen in de wacht sleepte. Waar Remco Zeef zijn gezicht vertoonde gingen alle kegelaars staan kijken want van hem was er wat te leren. Op een toernooi in Leeuwarden behaalde hij vijfenvijftig keer achterelkaar 5 negens, dat was ook geen kleinigheid. Hij won ooit meer dan 300 prijzen; Bekers, luxe voorwerpen, gouden medailles en gouden kegels, gouden dasspel- den, gouden sigaren/sigarettenaanstekers, klokken, meubels, radio’s en grote geldprijzen. Ze zeggen dat hij zijn huis aan de klaas Woltjerweg er bijna van kon betalen. En nog steeds wordt er in Zuidbroek op niveau gekegeld zonder namen te noemen om toch maar niemand te kort te doen. Op de site van de kegelclub Acht om de Lange lees je de succesnamen van de jubilerende kegelclub. 
 
 
Een aantal mensen zijn al meer dan 25 jaar en enkele zelfs 37 jaar lid van de club, zoals Ieko Dontje die ruim 37 jaar geleden voor het eerst meeging met zijn oom Jan Lutterop. Een jubilerende kegelclub met een eigen clublied, waarvoor heden het predicaat Koninklijk is aangevraagd. Het 125 jarig bestaan zal met een groots concours/jubileumtoernooi gevierd worden. 
 
Rienus Huis
06-25043902