Feest! bij Kapsalon Gré Rijskamp

Afgelopen zaterdag 31 oktober vierde Kapsalon Gré Rijskamp haar 50-jarig bestaan. Velen maakten van de gelegenheid gebruik om onder het genot van een hapje en een drankje dit heuglijke feit te vieren, herinneringen op te halen en te proosten op de toekomst.
‘Een halve eeuw Kapsalon Gré Rijskamp’. ‘s Middags tegen 2 uur werd er een originele kapperspaal onthuld door Co Plate. Deze werd aangeboden door familie en vrienden. Hiermee ging een lang gekoesterde wens in vervulling. Verder was er een tentoonstelling ingericht over 50 jaar Kapsalon Gré Rijkskamp. De tentoonstelling, die de geschiedenis van 50 jaar  weergeeft, werd zeer op prijs gesteld, en blijft nog de hele maand november open voor belangstellenden.

Het verhaal van ‘De Kapperspaal het Symbool van de Barbier’…
In vroegere tijden herkende je een kapperszaak of een barbier aan zijn kapperspaal; ook wel barberpole genoemd. Een opmerkelijk object met een bijzondere geschiedenis.
 
Knippen, trekken, snijden. 
De barbier had in de 16e eeuw niet alleen het scheren en knippen in zijn pakket: hij draaide zijn hand niet voor om voor het trekken van een kies of het verrichten van een kleine operatie. Ook aderlaten behoorde tot zijn taak. De arm van de patiënt werd afgebonden met een windsel en door gebruik te maken van een stok, kon de arm goed afgekneld worden. Was hij klaar met het aderlaten, dan werden de windsels gewassen en buiten de deur aan die stok te drogen gehangen. Hierdoor konden anderen zien dat de barbier het aderlaten in de vingers had en tevens dat hij vrij was “de volgende graag.” Het rode, bebloede windsel en het witte afbindverband dwarrelden door de wind spiraalvormig door elkaar en zie daar: de kapperspaal zag het levenslicht
 
Verschil moet er zijn.
Toen het de gegoede burgerij gegund werd om aan een universiteit medicijnen te studeren, kon men zich kwalificeren tot 
Doctor. Tja: dan was je natuurlijk meer dan een barbier.
Dit was duidelijk zichtbaar; hier ontstond het verschil tussen langjassen en kortjassen.
Onder auspiciën van de doctor mocht de barbier-chirurgijn het vuile werk verrichten. Voordeel voor hem was dat hij ten opzichte van de ‘gewone’ barbiers wat gestudeerder overkwam. 
De doctor had ook meer verstand van de bloedsomloop en wist onderscheid te maken tussen het arteriële bloed wat als rood werd aangegeven en zuurstofrijk was en het zuurstofarme bloed wat werd aangeduid met een blauwe kleur.
Door aan te willen tonen dat men verstand van zaken had voegde men aan de kapperspaal dus een derde kleur toe; Blauw!
 
Goud wat er blinkt.
Dat gold niet in dit geval: de gouden/zilveren bollen die de hedendaagse kapperspalen sieren zijn oorspronkelijk afgeleid van de loden bekkens die gebruikt werden om de bloedzuigers te bewaren en het bloed op te vangen tijdens het aderlaten…

Reactie toevoegen