Binnen 20 minuten weet jij wat je kan doen in een noodsituatie. Als er een ramp of incident plaatsvindt, zijn hulpdiensten niet altijd direct ter plekke en ben je vooral eerst op jezelf aangewezen. Het is dan belangrijk dat je jezelf weet te redden in zo’n noodsituatie en dat je weet wat je moet doen om de gevolgen voor jezelf en anderen te beperken. Dit noemen we zelfredzaamheid.
Zelfredzaamheid
Wanneer je jezelf tijdens een ramp in veiligheid kan brengen en voor jezelf kan zorgen, kunnen de hulpdiensten zich richten op de slachtoffers die de zorg het hardste nodig hebben. Voorbereiden wil zeggen: nu al nadenken en met elkaar praten over de risico's en hoe je elkaar kunt helpen. Door kalm te blijven, de situatie voor jezelf in kaart te brengen en correct te handelen, kun je je eigen veiligheid en die van anderen vergroten. Zo kun je een waardevolle bijdrage leveren aan het beperken van de gevolgen van de ramp. Aan de hand van de volgende 5 stappen vergroot je je zelfredzaamheid en bereid je je voor op een ramp of incident:
1. >> 2 minuten - Ken de risico’s in je omgeving
2. >> 3 minuten - Zorg voor een noodpakket
3. >> 10 minuten - Bedenk wat je moet doen bij een evacuatie
4. >> 3 minuten - Denk aan mensen die extra hulp nodig hebben
5. >> 2 minuten - Lees de Risicowijzer goed door

1. Ken de risico’s in je omgeving
Welke risico’s zijn er in jouw omgeving? Om je te helpen is er de Risicokaart. Hier vind je een actueel en zo volledig mogelijk beeld van de risico’s in jouw buurt. Voor elk risico lees je hier hoe je je kunt voorbereiden.
2. Zorg voor een noodpakket
Wat heb je nodig om jezelf in een noodsituatie te kunnen redden? Met een noodpakket ben je voorbereid op noodsituaties, dus zorg dat je deze binnen handbereik hebt. In een noodpakket zit bijvoorbeeld een zaklamp, drinkwater en een radio op batterijen, zodat je naar RTV Noord of Radio 1 kunt luisteren.
3. Bedenk wat je moet doen bij een evacuatie
Wat moet er mee als je halsoverkop je huis moet verlaten? In risicosituaties kan het zo maar zijn dat je snel je huis moet verlaten. Neem je dan je medicijnen mee? Je identiteitsbewijs? En wat nog meer? Het is verstandig om nu, in alle rust, te bedenken wat je mee moet nemen. Voor jezelf, maar ook voor eventuele familieleden of huisgenoten.
4. Denk aan mensen die extra hulp nodig hebben
Zijn er mensen in jouw omgeving die zichzelf misschien niet kunnen redden bij een incident of ramp? Kinderen, ouderen of mensen met een lichamelijke/verstandelijke beperking hebben vaak extra hulp nodig. Bedenk hoe je hen kunt helpen en praat hierover met elkaar. Ben je zelf niet goed in staat om jezelf te redden in het geval van een incident of ramp? Vraag aan familie, vrienden, buren of mantelzorgers om je dan in zo’n situatie te ondersteunen.
5. Lees de Risicowijzer goed door
In de Risicowijzer lees je per risico hoe je je hierop kunt voorbereiden. Ook vind je informatie over wat je moet doen of juist moet laten als er zich een incident of ramp voordoet. Het is raadzaam de Risicowijzer te printen en op een handige plek te bewaren. Of vraag een geprinte versie op bij de Veiligheidsregio Groningen.