Op zaterdag 18 en zondag 19 april vindt in het station van Zuidbroek de eerste van een reeks uitvoeringen plaats van de kinderopera Brundibár. Het Jeugdkoor van de Kielzog Koorschool onder leiding van Wim van de Laar werkt hierin op een bijzondere manier samen met het Noord-Nederlands Trein & Tram Museum in Zuidbroek. Het Jongerenkoor vult de voorstelling aan met enkele Jiddische liederen, waardoor er een programma van een uur ontstaat.
Het museum is gelegen aan het spoor waar de treinen vanuit Westerbork naar Auschwitz en Theresiënstadt hebben gereden. Er is een speciaal arrangement ontwikkeld met toegang tot het museum. Op 25 april wordt de kinderopera eveneens uitgevoerd in de Spiegelzaal van het Aletta Jacobs College.
De kinderopera werd in 1943 voor het eerst in het concentratiekamp Theresiënstadt uitgevoerd onder leiding van de Joodse componist Hans Krása. De componist zat zelf in het kamp en werkte met kinderen en musici aan de uitvoering ervan. Brundibár werd in totaal 55 keer opgevoerd en werd door het nationaalsocialisme als propagandamiddel ingezet om aan de wereld te laten zien dat er goed met de Joodse gevangenen werd omgegaan. Na de laatste voorstelling werden de meeste uitvoerenden echter naar Auschwitz gedeporteerd om nooit meer terug te keren.
De opera vertelt een sprookjesachtig en ontroerend verhaal van twee kinderen die voor hun zieke moeder geld nodig hebben en daarom op de markt muziek maken. Brundibár, de orgeldraaier, wil de kinderen wegjagen. Met de hulp van andere kinderen en een paar dieren, wordt Brundibár zelf weggejaagd en kunnen de kinderen melk voor hun zieke moeder kopen.
Het thema ‘’de kleine verslaat de grote’’ zorgt voor een luchtig zangspel, maar het leed van de Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog is wel degelijk voelbaar. Deze dubbele boodschap maakt zowel het uitvoeren van de opera als het luisteren ernaar tot een bijzondere gebeurtenis.
De gehele productie inclusief de regie wordt verzorgd door koorleden en direct betrokkenen.