BAD NIEUWESCHANS – Het zou zo eenvoudig kunnen zijn: In Duitsland is er in de ouderenzorg een tekort aan vakmensen, in Nederland zijn er veel verzorgenden die op zoek zijn naar werk. Met name in een gebied dat in de buurt van de grens ligt, zoals de Eems Dollard Regio (EDR), zou het tekort aan Duitse kant aangevuld kunnen worden met het overschot aan Nederlandse kant van de grens.

Zo eenvoudig is het echter niet. Jacco Lenting, die aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Internationaal en Europees Recht studeert, onderzocht tegen welke hindernissen mensen aanlopen die in Nederland zijn opgeleid en graag in het Duitse buurland willen werken. De resultaten van zijn masterscriptie presenteerde hij recent in het kantoor van de EDR te Bad Nieuweschans. Hij deed dit in aanwezigheid van deskundigen uit de branche. 

Om te beginnen onderzocht Lenting in welke opzichten de Nederlandse en Duitse gezondheidszorgopleidingen van elkaar verschillen. In Nederland worden verzorgenden breed opgeleid en voor alle leeftijdscategorieën, terwijl er in Duitsland een specifieke opleiding voor ouderenzorg bestaat. Dat levert al aanzienlijke verschillen op wat betreft het aantal opleidingsuren in het bijzonder bij het verzorgen van ouderen. Daarnaast zijn er over het algemeen ook verschillen wat de duur en de inhoud van de opleiding en de beroepsactiviteiten betreft.

Als vakkracht worden in Duitsland op dit moment alleen Nederlanders erkend die een MBO 4-diploma kunnen overleggen. Zij hebben een vierjarige beroepsopleiding afgerond en beschikken zodoende over omvangrijke kennis en vaardigheden. Verzorgenden die in Nederland korter zijn opgeleid moeten in Duitsland aanvullende kwalificaties behalen om erkend te worden als vakkracht. Momenteel wordt in ieder geval afzonderlijk beoordeeld in welke opzichten de sollicitant nog niet voldoet aan het Duitse competentieprofiel en bijscholing derhalve noodzakelijk is. De deskundigen spraken de wens uit om terug te kunnen grijpen op algemene, gestandaardiseerde richtlijnen voor het erkennen van diploma’s.

Om een oplossing te vinden voor het erkennen van diploma’s is de dialoog van belang met het instituut dat hiervoor in de deelstaat Niedersachsen verantwoordelijk is, het “Landesamt für Soziales, Jugend und Familie” in Lüneburg. Deze instantie zou moeten aangeven wat de doorslaggevende substantiële verschillen zijn tussen de zorgopleidingen. Verder moet er worden gekeken welke wijzigingen er in de opleiding moeten worden doorgevoerd om tegemoet te komen aan de voorwaarden die aan Duitse kant gelden. Er werd voorgesteld om ook de kennis van de taal te verbeteren door een cursus Duits die wordt aangeboden gedurende de opleiding. Het is niet alleen gewenst om een praatje met de oude mensen te kunnen houden, vaktaal is noodzakelijk voor documentatie van de werkzaamheden.